Reparatie Voronezh-klok

Eerst wat achtergrond. Ik heb meerdere Russische klokken met vacuümbuizen erin. Ik heb enkele veelvoorkomende klokken, maar ook twee (identieke) zeer ongebruikelijke klokken. Deze:

Het is een zogeheten ‘secondary’ clock: een klok zonder tijdmechanisme. Het is eigenlijk een display, die gevoed wordt door een zeer complex serieel signaal. Ik heb daarvoor een Arduino geprogrammeerd en in de klok ingebouwd. Dat was een heel project, dat het zeker waard is om hier vast te leggen – misschien komt het er nog eens van.

De buizen in de klok worden al sinds het einde van de Sovjetunie niet meer gemaakt en zijn helaas aan slijtage onderhevig. Eén van de buizen was zo slecht leesbaar geworden, dat ik besloot om ‘m te vervangen. Ik had dat al eens gedaan, omdat er één buis kapot gebroken was bij ontvangst van de klok.

Er zitten 20 stuks ИВ-26 (Typ 1) buizen in (en ook 10 stuks ИВ-25, maar die zijn nog prima)

Ik heb vorige maand de betreffende buis vervangen. Dat was een matig succes. De buis is opvallend feller dan de andere (enigszins versleten) buizen en – belangrijker – de bovenste ‘dot’ deed het niet. En met dat laatste kon ik toch echt niet leven.

Daarom vorige week de klok maar weer eens opengeschroefd. Het bleek dat de buis die ik had geplaatst, kapot was. Goed, kan gebeuren. Dus maar weer een nieuwe buis geplaatst en ingesoldeerd.

Maar toen kwam het. Eén display deed het niet meer. Het display dat de tientallen minuten aangeeft. Grr. Na wat speurwerk kwam ik erachter dat een chip het begeven had. Maar wat voor chip is het?

En dan staat dit op de chip: 106 ΛБ1 8705. Huh, wat? Qué?

Ik heb een zaterdagmiddag verkloot met het doorgronden wat voor chip het is.

Het bleek dat het een K106ЛБ1 (K106LB1) is. Die Griekse lambda is schrijftaal voor Л. En de letter ‘K’ aan het begin wordt vaak niet op de chip gezet. En de laatste vier cijfers vormen de productiedatum: mei 1987. Goed, helaas is die chip natuurlijk niet meer te krijgen (ik trof alleen een Oekraïense winkel aan die er nog 4 heeft), maar de oscilloscoop bevestigde dat het enige dat de chip deed, was het inverteren van een signaal (+5V -> 0V en andersom). Kortom, daarvan ging ik wel een Westers alternatief vinden.

Kijk, zoiets is dan wel te vinden. 😉

Ik wist niet wat voor Westerse chip ik nodig had, dus ik heb het nagevraagd op circuitsonline. Daar kwamen nuttige tips. Concreet was de suggestie om een 74HCT1G04GV of equivalent te gebruiken. Dat exacte type heb ik niet kunnen vinden, maar Conrad had genoeg logische inverters op voorraad.

Ik kocht een 74LVC1G04 TSSOP5. Een inverterchip met maar vijf pootjes, waarvan er vier moeten worden aangesloten. Zou lekker makkelijk moeten zijn om te solderen. Of zo dacht ik althans.

Gisteravond kwam de bestelling binnen. Een behoorlijk grote doos, waarin een zakje zat. Oeps:

De doos, het zakje, en zie je de chip?
Dat zwarte stipje, dat is de chip.

Ok, ik moest wel even lachen. Ik had niet opgelet hoe groot de chip was. En deze blijkt 2.25 bij 1.25 bij 1.1 mm groot te zijn! De zwarte verpakking die er naast ligt, bevat er nog eentje (ik had er voor de zekerheid twee besteld).

Tja, het ís ‘m wel.

Leuk feitje: de buitendoos was 35 x 25 x 4.7 cm, om de twee chips te vervoeren van 2.25 x 1.25 x 1.1 mm per stuk. De doos was maar liefst 664647 keer zo groot als de inhoud!!! 😉

Maar goed, solderen is nooit mijn kracht geweest. Het wordt altijd een kliederboel. Toch dacht ik het maar te proberen. Het zou toch super zijn als het zou lukken…

Zo, een snijplank uit de keuken, dubbelzijdig tape, chip op de rug, koperdraadjes uit een snoertje er overheen.
‘A’ is de input, ‘Y’ de output. Verder moeten de Vcc en GND aangesloten worden. n.c. staat voor ‘not connected’

Goed, de gedachte is dat één draad over ‘GND’ en ‘Y’ ligt en één over de overige drie pootjes. Vervolgens soldeer ik de twee draden elk aan beide kanten van de chip en snij ik daarna de draden midden op de chip doormidden.

Het solderen is – tot mijn eigen verbazing – gelukt. Wow.

En het doorsnijden lukte ook (geen foto van gemaakt). Ik begon een beetje hoopvol te worden. Zou het werkelijk gaan lukken? Zo’n kleine chip solderen? Nee toch? I’ll certainly fail somewhere down the line.

Dubbelzijdige tape op de kapotte chip, nieuwe chip erop gelegd en héél voorzichtig de vier draden aangesloten. Een kliederboel, ja, maar…
Hij doet het! Ongelooflijk.
Wow… gelukt.
Tja, die buizen zullen allemaal ooit moeten worden vervangen, maar dat is echt voor veel later in de toekomst.

Goed, een mooiere, permanente oplossing gaat natuurlijk zijn om een echte K106ЛБ1 op de kop te tikken. Ik ga maar eens contact leggen met de winkel in Kiev die zegt er 4 op voorraad te hebben…

Het gewicht blijft frustreren

Al jaren vecht ik tegen mijn lichaam – mijn lichaam wil dikker worden, mijn hersenen willen juist dat dat lichaam dunner wordt. Soms wint de één, soms de ander.

Midden februari ben ik begonnen met een low carb, low calorie dieet, met veel bewegen. Ik woog toen zo’n 92 kg; BMI rond 25.5. Het had moeten werken: het recept werkte eerder heel goed. Maar de situatie is blijkbaar veranderd, want het werkt niet. Ik weeg nu, midden april, 90 kg. Best frustrerend, want ik laat er behoorlijk wat voor. Het vet zit op de verkeerde plaatsen: mijn buikomtrek is 92 cm – 102 cm (buik ingehouden – buik uitgezet). En daarnaast veel op mijn bovenrug. Niet gezond.

Mijn omgeving ziet niet meer waarom ik nog altijd zo bezig ben met mijn lichaam – men vindt mij niet meer dik. Tja, het is natuurlijk ook veel erger geweest – enkele jaren geleden had ik een BMI van 31.6.

Het lijkt erop dat minder calorieën eten niet meer werkt. En dat snap ik eigenlijk niet.

  1. Misschien eet ik meer dan ik denk – die mogelijkheid kan ik niet helemaal uitsluiten.
  2. Misschien is mijn metabolisme meer vertraagd dan de calorie-intake is afgenomen?
  3. En misschien maakt het tóch uit op welk tijdstip ik eet. Nu eet ik vooral in de namiddag en de avond.
  4. En misschien is low-carb niet genoeg. Misschien moet ik maar meer eiwitten eten en minder vet. Van eiwitten schijn je je sneller ‘vol’ te voelen.
  5. Hoge cortisolniveau’s (stresshormoon) verplaatsen vet op de langere termijn naar de buik. Nou, dat is aan de hand.

Tja, hoe nu verder? Als factoren 2 of 3 meespelen, dan gaat dat in tegen mijn gevoel dat een calorie een calorie is.

Ik train nog altijd veel – uitsluitend cardio op het ogenblik. Gemiddeld eens in de twee dagen een sessie van 40 minuten op 220 Watt. De crosstrainer zegt dan dat dat 1050 kcal. zijn. Dat is in werkelijkheid vast lager, maar de training is wel écht zwaar. Mijn conditie dus ook echt verbeterd. Mijn hartslag in rust is rond de 50/min – dat was vroeger in de 70/min.

Maar hoe ver ben ik bereid te gaan? Hoeveel levensgenot ben ik bereid op te geven voor een gezond lichaam? Zo gesteld lijkt het geen keuze te zijn: voor ‘gezond’ moet je alles over hebben. Toch voelt het alsof ik nu al aan een grens zit. Ik drink vrijwel geen alcohol (nooit gedaan overigens), en geen frisdrank (wel anderhalve liter Spa Rood per dag), ik eet geen snoep (soms suikervrij drop), geen koek, geen chips, geen aardappelen, geen rijst, geen pasta, geen brood (soms cheat ik en eet ik in de avond een enkele bruine boterham met kaas).
Hoeveel categorieën eten kan ik nog uit mijn dieet verwijderen? Ik mis nu al behoorlijk wat ‘normale’ voedingsstoffen en soms mis ik die ook echt.

Goed, laat ik het maar proberen:

  • Niet meer eten na 19:00 uur in de avond – dat wordt moeilijk.
  • Minder vet, meer eiwitten.
  • Nog altijd nauwelijks koolhydraten (alleen van groente en fruit).
  • Proberen stress te verminderen.
  • Ik ga geen calorieën tellen (kost echt te veel tijd). Ik probeer het onder de 1500 kcal te houden (door middel van mentaal boekhouden).
  • Trainingsschema ongewijzigd.

Mijn gewicht was vandaag (18 april 2020) 89.3 kg, na het trainen. Het is eerder deze week nog iets lager geweest. Eens zien of ik het ga volhouden en eens zien of dit schema wél werkt…

Vanaf april 2020 zijn er veel te weinig IC-bedden in NL – denk ik

De afgelopen weken is het aantal bevestigde gevallen elke dag met 20 tot 22% toegenomen. Een simpel exponentieel modelletje blijkt een goede fit. Let op: de as is logaritmisch.

Op moment van schrijven (22 maart 2020 10:00 uur), is de toename van het aantal gevallen nog altijd heel constant 20-22% per dag.

Omdat het verwachte aantal gevallen niet makkelijk uit de grafiek te lezen is, hierbij een tabelletje met mijn huidige voorspelling (stand 22 maart 2020 10:00 uur; ga ik niet meer updaten):

datumverwacht aantal besmettingen (geen maatregelen)
22-Mar4404
23-Mar5341
24-Mar6477
25-Mar7856
26-Mar9527
27-Mar11554
28-Mar14012
29-Mar16993
30-Mar20609
31-Mar24993
01-Apr30311

Mijn inschatting is dat het aantal beschikbare bedden op de IC de grote bottleneck gaat worden. Ik heb de afgelopen dagen behoorlijk wat scenario’s doorgerekend, maar welke aannames ik ook gebruik, er is maar één conclusie mogelijk: er zijn veel te weinig IC-bedden. Al vanaf 1 april wordt de situatie in Nederland nijpend.

De aannames:

  • 15% van alle (bevestigde) besmette personen belandt op de intensive care en wel 5 dagen na de diagnose. Dat is lager dan de berichten in de eerste weken (’40-50 op IC’ op 14 maart op een totaal van 321 bevestigde gevallen op 9 maart en 178 op de IC op 19 maart op een totaal van 503 bevestigde gevallen op 14 maart). Het lijkt wellicht een hoog percentage, maar bedenk dat ik hier uitga van 15% van de bevestigde gevallen. Waarschijnlijk wordt zo’n driekwart van de besmettingen niet geregistreerd omdat er zo weinig getest wordt.
  • Na gemiddeld 17 dagen verlaten patiënten de IC.

Zonder maatregelen blijft de groei voorlopig exponentieel. Er zijn echter wel maatregelen genomen. De belangrijkste zijn: thuiswerken vanaf 13 maart, sluiting van horeca vanaf 15 maart, sluiting van scholen vanaf 16 maart, social distancing.

Best case scenario: de genomen maatregelen zijn supereffectief: ze verlagen de groeifactor met 1%-punt per dag vanaf 26 maart. Met deze aannames, komen er vanaf 15 april geen nieuwe besmettingen bij in NL. En het aantal IC-bedden in NL stijgt van 1150 naar 2500 in enkele weken tijd. Dit scenario is natuurlijk veel te optimistisch, maar het geeft een benchmark: wat als de maatregelen perfect uitpakken?

En dan krijg je alsnog dit:

Zelfs in een best-case scenario zijn er in april 2020 ruim 3x zoveel IC-bedden nodig dan er beschikbaar…

Ik hoop dat het aantal mensen dat een IC-bed nodig heeft, heel veel lager ligt dan ik hierboven heb aangenomen.

DISCLAIMER. Ik ben géén viroloog, ik ben geen dokter, ik ben slechts econoom. En economen kunnen niet voorspellen. Hoop ik.

Transmissiestoring – Onderhoud nu (3)

Goed, bij het terugschakelen van 3 naar 2 hoor ik inmiddels geregeld één ’tsjk’, hetzelfde geluid als wanneer de versnelling niet in de eerste versnelling wil schakelen. Gisteren realiseerde ik mij opeens dat dit niet betekent dat er (ook) een probleem is met de 2e versnelling, maar de 1e versnelling: het dual clutch systeem preselecteert de eerste versnelling zodra de auto terugschakelt van 3 naar 2. Dat gebeurt bij snelheden van zo’n 20 km/u.

Het zorgelijke hieraan is dat de symptomen veranderen. Lees: verergeren. En dus dat ik er niet zomaar vanuit mag gaan dat ik probleemloos nog vele km’s ermee kan rijden. Inmiddels staat de km-stand op 113.000 (exact 😉 ). Het zou maar zo kunnen zijn dat ik opeens aan de kant van de weg stil kom te staan met een defecte versnellingsbak. ANWB-abo heb ik, maar dan? De auto wordt naar een dealer gesleept en ik kan er niet meer bij. Geen fijne optie. De laatste keer dat dat gebeurde, was met een defecte koppeling van de Aygo. De dealer heeft er toen voor EUR 900 een nieuwe koppeling ingezet, zonder overleg vooraf. Het vervelende was, dat 60.000 km later opnieuw een nieuwe koppeling nodig was (en die heb ik er bij een specialist in laten zetten voor EUR 300 (!) ).

Wat zijn mijn opties? Ik heb nog altijd geen idee waar het probleem zit. De opties die ik mij kan voorstellen zijn:
1. een probleem in de bak zelf. Iets met de ‘synchromeshringen’, waardoor het moeilijker wordt voor de servomotoren (in de TCM) om de eerste versnelling te selecteren. Die veroorzaken dan het geluid. Vereist een nieuwe versnellingsbak – en, als mogelijke vervolgschade, nieuwe servomotoren.
2. koppeling die niet voldoende los komt. De theorie is dan dat dit alleen gebeurt op enige snelheid. Eigenlijk weet ik niet goed of dit een mogelijke oorzaak is. De servomotoren hebben het dan te zwaar, proberen het 5x, maar geven het dan op.
3. Beetje onwaarschijnlijk, maar massaproblemen zíjn een optie. De servomotoren hebben dan nét te weinig kracht. Ze hebben in dit geval op zich niet te veel te doen, maar krijgen onvoldoende stroom om goed te functioneren. Eigenlijk vind ik dit onwaarschijnlijk. Hoe zou ik immers dat eerdere gekraak (bij 90.000 – 106.000 km) kunnen verklaren?
4. Wellicht dat de servomotoren zelf de primaire oorzaak zijn. Zodra ze het een beetje zwaar krijgen, gaan ze slippen. Ook dit verklaart echter het eerdere gekraak niet.
5. Overige mogelijkheden: versnellingsbakolie moet ververst worden of een nog niet bedachte oorzaak.

En wat is nu het meest waarschijnlijk? En hoe ga ik ervoor zorgen dat de auto blijft rijden, rekening houdend met alle genoemde mogelijke oorzaken?

Mogelijkheid 1 is alleen op te lossen met een nieuwe versnellingsbak / reparatie van de bestaande. Ik vrees dat elke actie die ik onderneem, het probleem zou kunnen verergeren – en dat betekent eigenlijk dat een nieuwe versnellingsbak al direct nodig zal zijn. En ik heb geen idee waar ik zo’n ding vandaan moet halen, én ik weet niet of ik ‘m zelf kan monteren.
Mogelijkheid 2 is wellicht op te lossen met het opnieuw inleren van de koppelingen. Dat is een complexe, risicovolle procedure. Wat als die mislukt? En wat als mogelijkheid 1 het werkelijke probleem is? Vererger ik het probleem dan?
Mogelijkheid 3 is makkelijk op te lossen: even de massakabel losmaken, e.e.a. schoonschuren en weer monteren. Er is een klein risico op elektrische problemen i.v.m. het stroomloos maken van de auto.
Mogelijkheden 1, 2 én 4 hebben iets gemeenschappelijk, namelijk dat de servomotoren zelf een risico vormen. Bij mogelijkheden 1 en 2 is vervolgschade aan de servomotoren waarschijnlijk.

Het klinkt alsof het zinvol is om in ieder geval een DCT te bestellen, omdat de servomotoren het zo zwaar hebben. Ik zal ‘m niet kunnen programmeren, maar het is wel mogelijk om het mechanische deel (met de servomotoren) te vervangen. De vraag is of het gaat helpen: bij mogelijke oorzaken 1 en 2 is het alleen maar uitstel van executie. De nieuwe servomotoren gaan dan simpelweg ook kapot.

Goed, ik zit met een auto die bij enige snelheid niet in de eerste versnelling te zetten is. Het eerdere gekraak heeft mij op het spoor van mogelijkheid 2 gebracht (koppeling die niet loskomt). Het idee is dan dat de koppeling nu nog meer plakt dan toen de bak kraakte en daardoor de servomotoren nu de zwakste schakel zijn geworden.

Dit probleem van moeilijk in de eerste versnelling zetten kan zich voordoen bij álle handgeschakelde versnellingsbakken. Het moet toch niet moeilijk zijn om dit te diagnosticeren? De pool van mensen die dit probleem hebben, is heel groot. Googlen zou moeten helpen om er achter te komen of mogelijkheid 1 of mogelijkheid 2 het meest waarschijnlijk is.

Goed, even gegoogled. ” als de auto nog in beweging is en je kunt dan heel moeilijk schakelen zal het heel waarschijnlijk aan de synchromesh ring liggen in de bak die remt dan niet voldoende af om de tanden in de bak tegenover elkaar te krijgen “. Goed, daarmee is mogelijkheid 1 de meest waarschijnlijke optie geworden.

En inmiddels weet ik ook dat de koppelingen in deze bak standaard ontkoppeld zijn. Om kracht over te brengen, moet een koppeling ‘engaged’ worden. Dit in tegenstelling tot een gewone koppeling, waar tijdens het rijden juist geen kracht op een koppelingsvork hoeft te staan, maar die juist actief ontkoppeld moet worden. Goed, lastig verhaal, maar het maakt mogelijkheid 2 minder waarschijnlijk.

Ook heb ik vandaag van alles geleerd over hoe de versnellingsbak werkt. Relevant is bijvoorbeeld dat synchromesh ringen niet te vervangen zijn; de hele as met tandwielen voor de betreffende versnellingen is één geheel. Niet dat het mogelijk is om die as uit de bak te krijgen: daarvoor zijn speciale tools nodig. Kortom, bij een probleem in de bak, moet de hele versnellingsbak worden vervangen. En dat kan alleen als de koppeling wordt verwijderd. Kortom, het vergt ook een nieuwe koppeling. De oude kan eventueel wel gereset worden, maar ook dat vergt speciale tools.

Hoe kom ik aan een versnellingsbak + koppeling? Sloop? ARA?

Transmissiestoring – Onderhoud nu (2)

De workarounds
Sinds de symptomen écht vervelend zijn, heb ik workarounds bedacht, waarmee ik ze probeer te voorkomen. Mijn eerste oplossing was om, zodra ik ’tjck, tjck, tjck’ hoorde, het gas los te laten. Dan stopt het geluid en komt de foutmelding niet. Dat lukt weliswaar, maar het is constant opletten, want bij 4 of 5 ’tjck’jes’ (zo’n twee seconden) komt de melding al. En muziek luisteren is er niet meer bij, want dan hoor ik de geluidjes niet.

Daarna bedacht ik dat ik gewoon met de hand kan schakelen. Dan moet ik de auto in ‘Sport’ zetten en – meteen bij het wegrijden – op het ‘+’ knopje drukken. Vanaf dat moment schakel ik zelf met de ‘+’ en ‘-‘ knopjes. Overigens hoef ik alleen op te schakelen; het terugschakelen laat ik de auto zelf doen.
En dat werkt prima! Geen bijgeluiden, geen foutmeldingen. Op de snelweg kan ik de auto weer in ‘Drive’ zetten, want problemen ontstaan alleen bij lage snelheden. Dit doe ik inmiddels enkele weken (inclusief een tripje naar Duitsland met 200+ op de teller) en bevalt prima.

Idealiter wil ik nog steeds dat er iets aan gedaan wordt, al was het maar omdat de auto nu onverkoopbaar is (en ik de optie wil hebben om de auto te verkopen als ik dat zou willen). Ik heb wat diagnoses laten doen. Eerst bij een versnellingsbakkenspecialist, die mij vertelde dat dit een probleem was waarvoor Ford een terugroepactie had gedaan. Hij las foutmelding P073F uit ‘cannot engage first gear’. Dat verbaasde mij. De foutmelding kwam bij snelheden van 25+ km/h, waarom wil de auto dan in de eerste versnelling gaan? Hmm.
Daarna doorgegaan naar de Ford garage. Die vertelde dat voor de terugroepactie van mijn versnellingsbak ándere foutmeldingen nodig waren en kwam tot een andere conclusie, namelijk dat er een nieuwe versnellingsbak in moet. En dat zou 5000 euro kosten. Overigens, toen ik vragen stelde bij enkele regels uit hun offerte, ging er meteen 400 euro af. Ook gingen ze uit van 7 liter olie. En dat suggereert dat ze uitgingen dat er een MPS6 (= Getrag 6DCT450) versnellingsbak in zit. Het is echter een DPS6 (= Getrag 6DCT250) en daar gaat maar een liter of 2 in. Ach, maakt toch niet uit – áls er een nieuwe versnellingsbak in gaat, dan gaat de Ford dealer dat klusje niet mogen doen ;-).

Goed, maar eens kijken of ik zelf wat kan doen. Ik was nog niet overtuigd van de conclusie van de Ford dealer (die lijkt immers uit te zijn gegaan van een andere versnellingsbak). Er is een inleerprocedure voor het opnieuw programmeren van de koppelingen. Misschien dat dat zinvol is. Het is wel een spannende procedure (gaat nog al eens fout naar ik begrijp – ook als de Ford dealer ‘m uitvoert). Daarvoor moest ik wel een betere OBDII-stekker kopen:

Deze stekker werkt goed samen met het programma Forscan, waarmee de inleerprocedure kan worden uitgevoerd. Het lijkt mogelijk om, met Forscan en een goede interface, de koppeling opnieuw in te leren.

So far so good. Forscan maar eens aangesloten op de auto en dat blijkt wel een echt goed programma te zijn. Je kan allerlei dingen besturen vanaf de computer (schakelaartjes aan/uit etc). Verder wist Forscan bijvoorbeeld dat de computer van de auto niet met de stuurbekrachtigingsmodule kan praten. Huh? Nou ja, zal wel. Forscan bevestigde de eerder gevonden foutmelding: de Transmission Control Module (TCM) meldde dat al heel geregeld de foutmelding F073P is voorgekomen, ofwel: ‘cannot engage first gear’.

Ook heb ik nog wat op een forum rondgevraagd en daar werden allerlei suggesties gedaan, van aardingsproblemen tot defecte mechatronic (de computer die de versnellingsbak aanstuurt). Daar werd wel gesuggereerd dat het helemaal niet zo vreemd is als de auto probeert om de eerste versnelling te selecteren bij 25-30 km/u.

Inmiddels heb ik bevestigd dat de foutmelding de juiste is. De auto probeert écht de eerste versnelling te selecteren, en dat lukt niet bij 20+ km/u. Het lukt ook niet als ik het met de hand probeer bij die snelheid. Dan ontstaan dezelfde symptomen. Het lijkt zeker dat er een mechanisch probleem is. Dat kunnen de actuatoren van de mechatronic zijn, maar waarschijnlijker is het dat het de versnellingsbak zelf is.

Tja, en dat wordt sowieso een dure reparatie, al zal het ook weer geen 5k euri hoeven te kosten. Maar 3k euro wel.

Hee, maar dat met de hand schakelen werkt vooralsnog helemaal prima. Inmiddels ben ik de 112000 km voorbij. Ik rij dus al 6000 km met dit probleem en de foutmelding komt niet meer voor – omdat ik ‘m voorkom.

Ik kies voorlopig maar even voor de goedkoopste oplossing: niets doen. Ik heb al 210 euro uitgegeven aan de diagnoses en de OBDII-stekker en ik laat het er even bij. Dan maar een onverkoopbare handgeschakelde auto…

Transmissiestoring – Onderhoud nu (1)

Ik hou wel van puzzels, maar helaas komen ze soms (of vaak?) uit nood op mijn pad. Zo ook ditmaal. In augustus 2017 haalde ik met een goede vriendin mijn nieuwe auto op: een vuurrode Ford Focus, voorheen in dienst bij de brandweer. Gekocht bij ‘de domeinen’, ofwel de overheid. En die geeft geen garantie. Letterlijk geen garantie: als de auto niet start, dan heb je pech.
De auto startte wel, maar gaf deze foutmelding:

(ja, het was warm in augustus 2017)

Ai. De auto schakelde niet verder op dan de vierde versnelling en reed beroerd. Snel naar de Ford garage gebracht. Die liet ‘m eerst een week (!) staan en keek er toen even naar. ‘De auto heeft waarschijnlijk met een lege accu gestaan. Er stonden tientallen foutmeldingen in; waarschijnlijk is er niets aan de hand. Fouten zijn gewist, auto is weer in orde. Dat is dan 100+ euro.’ Ze hadden gelijk: ik heb daarna vele probleemloze kilometers gemaakt. Wel waren ze duur (en traag).

Vanaf 90.000 km kwam er echter af en toe een hard krakend geluid uit de bak – zeg maar ’tanden poetsen’. Gebeurde zonder uitzondering bij snelheden van 20 tot 35 km/u. Vanaf 106.000 km is het tandenpoetsgeluid weer verdwenen, maar helaas is er iets voor in de plaats gekomen: een zacht ’tjck..tjck..tjck..tjck..tjck’. En, vervelender, dat ge-tjck wordt steevast gevolgd door een oude bekende: bovenstaande foutmelding op het scherm. Grr.
Wat wel fijn is, is dat de auto met deze foutmelding nu wél goed blijft rijden. Het is echter, met de foutmelding in het scherm, niet mogelijk om met de hand te schakelen en het ’tjck’-geluid komt telkens weer terug.
Maar als de auto 30 seconden uit is geweest, is de foutmelding weer verdwenen en doet alles het weer.

Maar goed, hier moet wel wat aan gedaan worden.

Dag 4 – Soms moet je gewoon je verlies nemen

Opstaan, douchen, ontbijten, uitchecken. Om 11:00 uur loop ik naar de bushalte.

Blik op de brug vanuit de haven

Terwijl ik op de bus wacht, regent het al lichtjes. De regen wordt erger nadat ik in de bus ben gestapt. Sneeuwprut op straat; laaghangende bewolking. Nee, dit was inderdaad geen goede dag geweest om te gaan hiken. Ik ben verslagen door de weersomstandigheden, maar het voelt niet als een nederlaag of zo. Tegen slecht weer kan je immers niets doen.

Mijn bagage wordt ingeladen. Het voelt prima om binnen te zijn met dit weer

De vluchten terug waren opnieuw uneventful.

SAS 4417 kort na vertrek – met dank aan Lidi voor het screenshot

Evaluatie
De eerste dagen waren super. Overdag was het heerlijk om te lopen, zo lang het droog was althans. Gaandeweg de trip zag ik mijn opties afnemen. Het was te koud om comfortabel in de tent te slapen. Daardoor was ik aangewezen op hutten, die er in het loopgebied vrijwel niet zijn. De beperkte transportopties maakten het vervolgens onmogelijk om op één dag heen en terug te gaan naar bijvoorbeeld de Steindalbreengletsjer. Het beroerde weer vanaf maandagavond was al met al de belangrijkste factor: ik had geen zin om in de regen te lopen.
Kortom, op de bucketlist blijven staan: noorderlicht zien en op een gletsjer lopen. Komt allebei nog wel ;-).

Dag 3 – hóe druk wordt het hier? Doei!

Ik heb een heerlijke nacht gehad. Met twee houtkachels aan is het lekker warm worden. Om 07:00 uur wakker. Het water is inmiddels op en dat moet ik nog wel ergens aanvullen. Er ligt niet genoeg sneeuw om makkelijk sneeuw te kunnen smelten (wel als het echt moet), maar er schijnt een watervoorziening te zijn:

Ik loop de diverse paden af rondom de hut en vind een afgesloten stalen koker van 75 cm doorsnee, die diep de grond in is geboord. De sleutel past en op een meter of 3 diepte zie ik water. Met een emmer aan een touw haal ik water op en in de hut filter ik het. Ik steek de kachel weer aan en drink een kop koffie.
Uit het hutlogboek blijkt dat deze hut veel wordt gebruikt. In de afgelopen dagen kwamen hier meerdere mensen op een dag. Ik moet er dus op rekenen dat ik hier elke dag mensen ga tegenkomen. Wel zijn de weekenden duidelijk drukker dan door de week. Gezien de slechte weersverwachting voor morgen en overmorgen verwacht ik die dagen eigenlijk niemand (als ik zo lang blijf). Gaandeweg de ochtend gaat het miezeren. Ik besluit dat ik nog een nacht in de hut ga blijven en met dit weer verwacht ik eigenlijk ook vandaag niemand. Ik geef mijn voeten rust; het wordt een recoupereerdag.

Prima toeven hier.

Vlak voor 12 uur hoor ik stemmen. Twee vrouwen. Ze komen binnen, zeggen hey en lopen direct door naar één van de kachels, mij verder negerend. Ze vertellen me dat die kachel niet aan had gemogen; de rook komt naar binnen. Nietwaar. Goed, maakt niet uit. Ik zeg sorry en leg uit dat ik het papier dat op de kachel lag en in het Noors uitlegde dat gebruikers voorzichtig moesten zijn, wellicht verkeerd had begrepen.
Ze vertellen dat er vanavond 15 mensen komen; tot 21:00 of 22:00 uur. Oei, zo groot is deze hut niet! Tijd om te gaan dus.

Ik bekijk mijn opties. De internetverbinding is slecht; GPRS. Duurt eindeloos. Ik kan niet naar een andere hut lopen vandaag. Die zijn allemaal te ver weg. Wel gaat er overdag nog één bus, vlak na 15:00. Die bus gaat naar Lyngseidet, 10 kilometer noordelijker. Ik zoek daar in de buurt naar hutten waar ik zou kunnen overnachten. Helaas, geen enkele hut heeft slaapplaatsen.
Ook langs de route van een aansluitende bus naar Tromsø zijn geen goed bereikbare hutten. De enige optie ligt zo’n 7,5 kilometer van de route – en ik zou pas om 16:45 aan dat traject kunnen beginnen. Dan is het al donker aan het worden. Nee, ook die hut is geen optie. Ik besluit dat ik dan maar terug ga naar Tromsø en van daaruit – morgen – ga kijken wat mijn opties zijn.

Uitzicht vanuit de bus

De bus neemt een veerpont. Terwijl we daar tussen de auto’s staan, krijg ik een idee: zou ik wellicht alsnog een auto kunnen huren? Daarmee zou ik naar de voet van het trail naar de Steindalbreen gletsjer kunnen rijden én zou ik daarna ook nog wel een hut kunnen bereiken. Even later realiseer ik me dat ik mijn rijbewijs niet bij me heb. Grr.

’s Avonds, in de veel te kleine hotelkamer, bekijk ik mijn opties – ik heb eindelijk 3G bereik, dus het wil wat vlotten. Grootste probleem is de weersverwachting:

Als ik morgen (dinsdag) ergens heen wil, zal ik de hele dag in de regen moeten lopen. De heuvels ten oosten van Tromsø zijn mijn beste optie. Er zijn enkele hutten en eventueel kan ik de kabelbaan naar boven nemen, zodat ik niet 500 meter omhoog hoef te glibberen door de modder. Maar dan nog is het 8 km lopen naar de dichtstbijzijnde hut. In de stromende regen. Ook een dag langer in Tromsø blijven en dan gaan lopen biedt geen soelaas: pas woensdag later in de middag belooft het droog te worden. Tja, hiervoor ben ik hier niet gekomen. Ik besluit om mijn verlies te nemen: ik boek een ticket naar huis.

Dag 2 – naar Seidihytta

Om 09:10 oid begin ik met inpakken. Ik maak nog snel een foto van de tent voordat ik ‘m afbreek.

Een stijf bevroren tent 😉

Om 10:08 ben ik geheel ingepakt en weer onderweg. Ik loop nog maar net, of ik zie een kleine blokhut aan de overkant van het meer. Nee, het zal toch niet????
Ik moet toch die kant op, dus ik kom er na een half uurtje langs.

Ja, het had een véél comfortabelere nacht kunnen zijn geweest… soit.

Jawel, het blijkt een openbare hut te zijn. Erg eenvoudig; voor 2 personen. Maar wat had dat een verschil gemaakt vannacht! Ik ga verder, kijk achterom en word even stil:

Lagofjellet vanaf het Gurgelameer. Wow.

Het is tijd om naar beneden te lopen. Ik wil om 15:00 uur beneden zijn; ik herinner me dat er om die tijd een bus gaat richting het noorden. Helaas moet ik het doen vanuit mijn geheugen, want GSM-bereik heb ik al niet meer gehad sinds gistermiddag. Ik zie een kleine kudde rendieren en het lukt om er een video van te maken. Ze zijn wel wat ver weg:

De route voor vandaag gaat vooral naar beneden. Niet steil; 500 meter daling over een afstand van 8 tot 10 km:

De route voor dag 2 – het eerste deel

Op de foto hierboven zie je ten noorden van de route een meer. En dat betekent weer een rivier, die ik over moet steken. Ditmaal is het een écht koude rivier en besluit ik dat ik geen natte voeten wil halen. Ik ga over het ijs lopen – en daarvoor heb ik stijgijzers bij me:

Meer ijs dan water, maar het was toch spannend om er overheen te lopen. Wat zijn die stijgijzers toch superdingen!

Op de route naar beneden – zonder stijgijzers, want die zijn onhandig op gewoon terrein – ga ik tot twee maal toe onderuit op glad ijs en bezeer ik mijn heupen en linkerknie. Niets serieus, maar wel vervelend.
Omstreeks 14:00 ben ik bij de bushalte in Oteren. Ik heb inmiddels weer 3G-bereik en zoek de bustijden na. De bus gaat niet om 15:00, maar om 16:40. Ik wil vandaag Seidihytta bereiken, een open hut waar ik wil overnachten:

Locatie Seidihytta ten opzichte van mijn locatie. Zo’n 30 km.

Om daar te komen, zal ik een half uur met de bus moeten rijden en daarna nog 3 km lopen. Kortom, ik verwacht daar pas om 17:45 aan te komen, in het donker (en in de kou!). Niet ideaal. Nadat ik een uur op de bus heb gewacht, spreekt iemand mij aan: of ik een lift nodig heb. En of ik geen warmere jas bij me heb. Ehh, nee, dat heb ik niet. En inderdaad, het is wel fris ja. Hij moet helaas de andere kant op, maar adviseert mij om te gaan liften. Met enige schroom doe ik dat. Zo wordt ik weer warm van het lopen en na een 45 minuten wordt ik opgepikt door … een taxi. Die zet een passagier af in Furuflaten en de taxichauffeur wil eigenlijk meteen weer terugrijden. Ik bied hem 200 kronen om nog 7,5 km verder te rijden en dat doet hij. De laatste 3 km loop ik in minder dan 45 minuten en om 17:00 ben ik in de blokhut genaamd Seidihytta.

Seidihytta

Yes! Houtkachels aangestoken, kleding en tent te drogen gehangen en lekker gegeten (niet alleen mijn eigen proviant; er lag ook nog tomatensoep en muesli in de hut). Life’s good.

Dag 1 – naar Gurgelameer via Nordkjosbotn

Ik word wakker in een warm bed en kijk uit het raam: er is een dun laagje sneeuw gevallen. Is dit wel een goed idee? Vast niet. Ik neem de bus, die stipt om 10:30 vertrekt. Vanuit de rijdende bus lukt het om enkele mooie plaatjes te schieten:

Het landschap is, na de lichte sneeuw van vannacht, op sommige stukken wel wat winters:

De hike begint super. Het trailhead is perfect aangegeven en de route gaat meteen stevig omhoog. Het is fijn om te beginnen op een bestaand trail. Het zonnetje schijnt en al snel loop ik lekkerder zonder jas – het wordt anders te warm. Helaas moet ik het trail op een gegeven moment verlaten; ik moet een andere richting op.
Ik ben nauwelijks off-trail, of het terrein wordt bijzonder: ik loop over een soort van bevroren moeras. Tussen het gras en wat berkenboompjes ligt een laag ijs, dat op sommige plekken bijzonder dun blijkt te zijn – ik ga er een paar keer doorheen, maar weet natte voeten gelukkig te voorkomen.

De gelopen route, van Nordkjosbotn (linksonder) naar het Gurgelameer (rechtsboven)

Ik kom bij een rivier (rood omcirkeld in het plaatje hierboven), die ik moet oversteken. Even twijfel ik nog: wil ik dit wel? Natte voeten halen tijdens zo’n winterse tocht? Ik heb niet eens een handdoek bij me.

Goed, sandalen aan en lopen maar. Het water was niet diep, maar de stenen op de bodem waren bijzonder glad en het water was een pak kouder dan de rivieren in Canada.

Ook aan de andere kant van de rivier houdt het moerasachtige landschap aan; meerdere kilometers. Leuk is anders en snel gaat het niet (telkens weer omlopen als het ijs te dun is).

Een blik terug naar het grote meer waar ik langs loop
Een blik vooruit, maar deze rivier hoef ik niet over. Voor de bergen waar de zon op schijnt, ga ik rechts.
De bodem is nog altijd meer ijs dan grond. Best tricky.

Omstreeks 16:30 kom ik aan bij het – bevroren – Gurgelameer. Ik zoek een plaats om de tent op te zetten. Best lastig, want ik loop weer over die bevroren moerasachtige ondergrond. Ik realiseer me: dat wordt nog wat om tentharingen de grond in te krijgen. Tot mijn verbazing tref ik een stroompje water dat dus niet helemaal bevroren is. Ik zet mijn tent op terwijl ik het snel koud krijg. Het lukt met enige moeite om enkele haringen de grond in te krijgen.

Het uitzicht vanaf de tent. Niet slecht 😉

Het wordt opvallend snel kouder. Enkele minuten na 5 uur ’s middag lig ik al in de tent in mijn slaapzak. Ik ga er nog even uit om een kopje soep te maken, in de hoop dat het me opwarmt. Het mag niet echt baten. Ik ga meteen weer in de slaapzak liggen en maak me klaar om te gaan slapen.

Het slapen in een tent bij min veel vraagt wel wat voorbereiding. Zo zal alles waar water in zit ín de slaapzak moeten worden bewaard (2 flessen drinkwater, het waterfilter, de lenzenbakjes). En verder moet ook alles met een li-ion batterij in de slaapzak (powerbank, telefoon, camera) – ook die houden namelijk niet van de kou. Kortom, ik slaap in een behoorlijk volle slaapzak.
Omdat het een prachtig heldere nacht is, hou ik hoop op het zien van het noorderlicht en zet ik elke twee uur de wekker. Ik kijk gedurende de nacht meerdere keren naar buiten, maar zie helaas alleen sterren en de maan tegen een gitzwarte achtergrond; geen noorderlicht.
Gaandeweg de nacht wordt het steeds kouder. Mijn voeten worden maar niet warm en tegen 03:30 begin ik in mijn slaapzak te bibberen. Geen goed teken.

De condens bevriest aan de binnenkant van de tent en valt soms naar beneden. Het sneeuwt dan in de tent ;-).

Ergens gedurende de nacht besluit ik om niet meer buiten te speuren naar het noorderlicht – daarvoor moet ik immers met mijn bovenlichaam uit mijn slaapzak en dat is wellicht geen goed idee. De laatste uren van de nacht zullen immers het koudst zijn. Op sommige momenten wil ik liefst ontsnappen uit de claustrofobische slaapzak, maar ik weet natuurlijk beter. Het is best een lange nacht.