Die hut? Een bouwval

Tja, een blokhut op een prachtige locatie. Die kan ik alleen betalen als er iets mee is. En dat is er. Het is een bouwval. Eén hele hoek van de hut is aan het instorten, omdat de boomstammen verrot zijn. Er is sinds 2005 geen onderhoud meer aan gepleegd en dan krijg je dat. Ik sprak nog een bouwvakker die ook keek of hij de blokhut wilde kopen, maar hij concludeerde dat het niet te redden was. Carpenter ants, rot, een wegzakkende fundering, verrotte kozijnen, een lekkend dak. Kortom, er moet nogal wat aan gedaan worden.

Maar ik vind het fantastisch. Tijdens de eerste trip (toen ik naar het huisje ging vanuit het makelaarskantoor waar ik het koopcontract heb getekend) heb ik een nieuwe accu geplaatst en 4G aangelegd (er is geen bereik met een gewone telefoon, maar met een enorme antenne lukt het wel om een 4G-modem te laten draaien). Verder heb ik een zeil op het dak gelegd om de lekkage tijdelijk te stoppen. En vele, vele muizen gevangen. En de wegzakkende hoek gestut. En een bijzetslot in de voordeur gezet. En heel veel troep terug naar de auto gebracht. En het gastenverblijf van de ondergang gered met wat reparaties van het dak.

Tijdens de tweede trip heb ik een nieuw zonnepaneel geplaatst met een nieuwe laadmanager. En een tweede accu. Verder heb ik een tweede tijdelijke laag op het dak aangebracht om de lekkage te stoppen (eerste laag was niet afdoende). En een nieuw glaasje geplaatst in de deur van de Jotul 602N kachel, het Coleman benzinekookstel geprobeerd, een IKEAstoel in elkaar gezet en de grote slaapkamer leeggeruimd. Oh, en weer vele muizen gevangen.

Volgende week ga ik weet naar de hut. En ditmaal maak ik ‘iets’ meer kilometers: ik reis via oost-Tsjechië om een tinger dog op te halen. Vandaag heb ik een afspraak gemaakt met de verkoper en heb ik ‘m betaald. En dinsdagavond vertrek ik. Woensdag haal ik ‘m op en donderdag heb ik de boot naar Noorwegen. In plaats van 1000 km direct naar Hirtshals en 120 km in Noorwegen, rij ik nu in totaal 2700 km om bij de hut te komen. Met een ‘nieuwe’ Tinger dog in de auto, die ik in Noorwegen naar de hut moet brengen.

Normaal gesproken zou er nu, midden december, een dik pak sneeuw liggen. Er ligt echter geen sneeuw door uitzonderlijk warm weer de afgelopen weken. En dat betekent hopelijk dat ik met de auto naar de bovenste parkeerplaats kan rijden, van waaruit ik in een half uur naar de hut kan lopen. Als ik lager moet parkeren, zal ik anderhalf uur moeten lopen. En aangezien ik pas om 01:30 de auto ga kunnen neerzetten, wil ik graag bovenaan parkeren :-).

Een hut in Noorwegen

Al jaren had ik het ideaalbeeld om een blokhut te kopen. Een blokhut aan een bergmeertje, in the middle of nowhere. Nu ken ik de perfecte blokhut aan een meertje in Canada. Bijna perfect, want er is nog één andere blokhut aan hetzelfde meertje. En ik heb me laten vertellen dat die van de eigenaar van Amazon is. Zou best wel eens kunnen.
De blokhut in Canada ligt echt perfect. Een meer dat net zo mooi is als Lake Louise of Moraine lake, maar waar je wel uren voor moet hiken om er te komen. Ik ben er drie keer geweest. In 2019, in 2023 en in 2025. En ik ga ernaar terug. Op de kaart die in de hut te vinden is, heeft iemand geschreven: ’the closest you can get to heaven without seeing the gates’. En dat is het precies. Ongelooflijk mooi.

Het ideaalbeeld van een hut aan een bergmeertje kwam van de film Oblivion. Een hut dat je alleen met een vliegtuig kon bereiken. Ik zag me daar al met mijn kinderen heen vliegen. En in het echte leven werd het de hut die ik hierboven beschreef (en waarvan ik bewust niet vertel waar het precies ligt in Canada – ik moet er niet aan denken dat deze blog bekend zou worden (onwaarschijnlijk) en mensen ernaar op zoek zouden gaan. Het wordt dan al snel te druk daar).

In 2024 heb ik een vliegles genomen. Helaas had ik kort daarvoor atrium fibrilleren gekregen, waarmee ik niet zelfstandig in een vliegtuigje zou mogen vliegen. Is een beetje een onzinnige regel, want zo gevaarlijk is het niet. Maar de regel is er wel. En daarbij: ik ben inmiddels de 50 gepasseerd (voelt echt niet zo, maar het is wel zo) en dan moet je een jaarlijkse medische keuring laten doen om een vliegbrevet te kunnen behouden. Dit gekoppeld met de kosten van de vlieglessen heeft mij doen concluderen dat een hut aan een meertje dat ik alleen met en watervliegtuigje kan bereiken, niet voor mij is weggelegd.

Het zij even zo. Overigens: dat vliegen is in Noord-Amerika een stuk makkelijker dan in Europa. Er is hier wat minder ruimte zeg maar.

Eerder dit jaar heb ik, met hulp van ChatGPT, mijn opties in kaart gebracht. Een hut in de VS wilde ik niet vanwege de politieke instabiliteit daar. Een hut in Canada was wel denkbaar, maar hoe ga ik bouwmaterialen daar krijgen en hoe ga ik me aan bouwbesluiten houden als ik de bijzonderheden van hun bouwmethoden niet ken? En daarbij: hutten in de Canadian Rockies zijn niet goedkoop. Écht niet. Oh ja, en het is 8 uur vliegen. En bouwmaterialen kan ik tijdens de vlucht niet meenemen.

Een hut in Portugal of Spanje? Te heet. In Oostenrijk of Zwitserland? Te druk. In Roemenië of Bulgarije? Eigendomsbescherming te beperkt. Duitsland? Te duur en te saai landschap. Ik kwam al snel op Zweden of Noorwegen uit.
In Zweden blijken alle vakantiehuizen te zijn gemaakt van verticale rode schrootjes, en de huisjes staan te midden van een groot grasveld. En wie moet dat maaien? De buurman die daar het hele jaar is. En die schrootjes zijn niet mooi; ik wil een blokhut. Eentje met boomstammen dus.

In Noorwegen bleken verreweg de meeste vakantiehuisjes in huttenparkjes te staan. Dicht bij elkaar, met elektriciteit en ja, ook met verticale schrootjes. Wel veelal zwart of bruin, maar nog altijd geen blokhut zoals ik dat voor me zag. Nee, ik wilde niet ’s morgens wakker worden en mijn buren groeten.

En toen kwam ik Homdrom 218 tegen op de verkoopsite finn.no. Een echte blokhut uit 1950- 1960. En die hebben we bekeken. Tijdens dezelfde trip hebben we nog wat andere huisjes gezien, maar al snel wilde ik terug naar Homdrom 218. De omgeving is niet zo mooi als van de hut in Canada, maar het ligt aan een meertje en mijn hut is wel de énige hut aan dat meertje. En er mag niets anders gebouwd worden. Mijn uitzicht is daar vrij van alles dat aan mensen doet denken. Het is puur natuur. En nu ik er zo over nadenk: het zal al vele duizenden jaren puur natuur zijn. Wow.

En de hut is bereikbaar vanuit Nederland. Ik kan er in één dag heen rijden. Anderen zullen vinden van niet (1000 km rijden om in Hirtshals te komen, 4 uur op de boot en dan nog 2 uur in Noorwegen rijden. Oh ja, en dan nog een half uur lopen). Maar goed, ik doe het wel op één dag. Ik vertrek in het donker en kom in het donker aan.

Dus, ja, ik heb het gekocht. De aankoop was in anderhalf uur geregeld, terwijl we in de auto naar huis zaten, komende uit Noorwegen. De formele afhandeling duurde enkele maanden, maar is inmiddels ook afgerond.

Vakbondswerk

Ik ben actief voor een vakbond. Ik hou even in het midden voor welke. Ik spreek geregeld mensen die in moeilijke situaties zitten qua werk en ik kan die situaties lang niet altijd voor ze oplossen. En als ik er zo over nadenk: ik kan ze meestal niet voor ze oplossen. Maar ik kan de situaties vaak wel goed uitleggen. En verbeteren.
Ik voer vaak best moeilijke gesprekken, waarin ik mensen uitleg hoe de vork in de steel zit. En dat zijn soms echte slecht nieuws gesprekken. En ik voel dan dat het niet makkelijk gaat zijn voor de ander om het eerlijke verhaal van mij te horen. Maar ik geloof dat het goed is als mensen het eerlijke verhaal wel horen. En ik merk dat mensen daar vervolgens ook echt iets aan hebben. Het helpt hen vooruit. Ik zeg datgene dat ze in hun achterhoofd al wel weten, maar niet tegenover zichzelf of anderen durven toe te geven. En soms moet ik ze iets vertellen waar ze echt niet aan toe zijn. Bijvoorbeeld dat ze gewoon écht niet passen in deze organisatie. Maar dat is dan iets dat van mij komt. Het komt van iemand die oprecht wil helpen en die aan hun kant staat.
En soms is het meer dan medeleven dat ik voel. Of ik voel daar veel van, zeg maar. Dan tref je de allerbeste medewerker die je maar kan wensen. Iemand die werkelijk overal in de organisatie tot bloei kan komen, maar die door fouten van anderen tóch in de problemen is gekomen. Life isn’t fair. En dat probeer ik dan uit te leggen: jij hebt de wereld voor je liggen, maar waarschijnlijk niet in deze organisatie. En dat is heel jammer voor de organisatie. Echt heel jammer. Maar dat zie ik, maar dat zien de mensen die jou zouden moeten aannemen niet.

Ik zie wel dat dit uiteindelijk goed is voor zo iemand. Zij (het is een zij) moet gewoon ergens gaan werken waar ze wel gewaardeerd wordt voor haar kunnen. En dat is ergens anders. We gaan proberen te zorgen dat ze er zo goed mogelijk uitspringt.

We helpen mensen heel vaak naar een situatie toe waarin ze geen lid meer zijn van de vakbond. Best bijzonder.

Hoe ik in het leven sta

Ik vind het fijn om iedereen recht in de ogen te kunnen kijken. Ik heb in het verleden mensen in mijn omgeving gehad die leugens beschouwden als een overlevingsstrategie: als de waarheid je ergens niet uit redt, dan lieg je gewoon. Het lijkt mij heel vermoeiend. Natuurlijk vertel ik niet alles aan iedereen, maar ik weet al decennialang te voorkomen dat ik moet liegen. En dat wordt best gewaardeerd merk ik. En voor mijzelf heeft het enorme voordelen: niet alleen kan ik daardoor met mezelf leven, het vereenvoudigt het leven ook enorm. Ik moet in dit verband altijd denken aan één voorval. Mijn toenmalige vrouw en ik gingen naar mijn schoonzus en zwager. Ik denk dat het was om Sinterklaas te vieren. We hadden 50 minuten te rijden en we waren gevraagd om écht, écht, écht op tijd te zijn. Ik was op tijd klaar, maar mijn vrouw niet. Uiteindelijk reden we te laat weg. Ik reed goed door; iets te hard wellicht, maar ook weer niet extreem. Kinderen in de auto; een social event: het was het niet waard om veel te hard te rijden. Het was niet dat ik met een medisch spoedgeval zat en naar het ziekenhuis moest rijden – want geloof me, dan rij ik wel zo hard als ik zou kunnen zonder te crashen. Ik dwaal af.

We reden dus te laat weg. En kwamen te laat aan. Ik liep de gang in en trof mijn zwager. Ik zie zijn teleurgestelde blik zeg : sorry, we zijn te laat vertrokken. We waren niet op tijd klaar en daarom zijn we nu te laat. Ik wou dat het anders was, maar helaas, het is niet anders. Sorry. Hij snapt dat ik het ook niet leuk vind dat we te laat zijn en heeft begrip voor de situatie. Ik loop door en tref ik mijn schoonzus. Ik kwam daar overigens graag. Mijn schoonzus is een schat en mijn zwager een supervent die altijd bereid was om te helpen. Ik mis hen beiden enorm sinds 2016 en hoop dat het goed met ze gaat. Terug naar 200x. Ik begroet mijn schoonzus en zeg ook tegen haar: sorry dat we te laat zijn. We zijn te laat weggereden. Ik krijg een verbaasde blik terug: had je geen file dan? Ik leg uit dat we geen file hebben gehad. Ik heb zelfs wat tijd goedgemaakt door goed door te rijden. Ze blijft mij verbaasd aankijken.

Ik realiseer me dat ik met mijn vrouw moet gaan praten. Ik tref haar en vraag: wat heb jij verteld over waarom we te laat zijn? Je zus is verbaasd dat we geen file hadden. En toen vertelde ze me dat ze haar zus net had verteld dat we lang in de file hadden gestaan. En dat dat dus de reden was waarom we te laat zijn. Ik voelde plaatsvervangende schaamte voor haar leugens. Ze was boos op mij dat ik de waarheid had verteld. En ik was boos op haar omdat ze had gelogen.

Deze wijze van in het leven staan voelt niet alleen goed, maar het maakt het leven ook een stuk makkelijker. Ik hoef niet te onthouden wie ik welke leugen wanneer heb verteld. Het is veel gemakkelijker om alleen te onthouden hoeveel je iemand hebt verteld. Want nee, het is niet goed om iedereen alles te vertellen over wat ik voel en denk. Sommige dingen moet ik voor me houden in sommige situaties. Door eerlijk te zijn kan ik mezelf altijd recht in de ogen kijken en zeggen: ik heb geprobeerd het goed te doen.

Ik ga weer bloggen. Maar in stilte :-)

Ik ben niet zo van het delen. Mensen gaan dan iets vinden van wat ik doe en daar wil ik eigenlijk niet mee worden geconfronteerd. En dat gevoel houdt mij tegen om dingen te delen op facebook. Andere social media heb ik niet eens. En dit blog is natuurlijk ook compleet onvindbaar (nog los van het feit dat blogs al echt compleet achterhaald zijn).
Tegelijkertijd zie ik dat er mensen in mijn omgeving zijn die, als ik ze vertel wat ik zoal doe en plan te gaan doen, daar met bewondering naar kijken. En dan denk ik: als ze bewondering hebben voor wat ik doe, dan doe ik misschien wel iets goeds. En dan wil ik er misschien over vertellen, omdat mensen het leuk vinden om erover te horen. Misschien kan ik mensen inspireren.

Of is dit een rationalisatie om toch eens iets op te schrijven zodat ik het zelf later eens kan teruglezen en tevreden kan terugkijken op mijn leven? Ja, dat is het. En dan is het eigenlijk wel goed als ik het schrijf in een obscuur blog dat niemand kent – maar ikzelf natuurlijk wel :-).

Goed, ik ga dit blog weer gebruiken. En ik ga voorlopig niemand erover vertellen. Ik publiceer het en ik lees het zelf. Ja, anderen kunnen meelezen. En dat mag. En aan iedereen die meeleest: fijn, maar hou je gedeisd (gedeist?), anders stop ik waarschijnlijk met schrijven.