Veiligheid

De keuze voor Canada was niet toevallig. Ik wil naar een veilig land. Een land waar toeristen niet worden ontvoerd en liefst ook een land waar geen inentingen voor nodig zijn. Hiken in de bergen brengt echter altijd risico’s met zich mee en nee, het helpt niet dat ik alleen ga. Maar dat is nou eenmaal niet anders. Dank aan iedereen die mij heeft gewaarschuwd voor de gevaren en die nuttige tips en adviezen hebben gegeven. Ik volg er vele van op, maar het advies ‘doe dit niet’ sla ik in de wind. Ik ben te eigenwijs.

Ik compenseer het gebrek aan ervaring met een goede voorbereiding. Dat is nogal een stevige uitspraak, maar dat is hoe ik nieuwe dingen doe. Het komt er vooral op neer dat ik de ervaringen van anderen (liefst professionals) opzoek en daarvan probeer maximaal te leren. Vooral Youtube tegenwoordig. Dat is hoe ik mijzelf auto-onderhoud heb geleerd en hoe ik mijn vorige huis heb ge-/afgebouwd. Dat werkt. Er zijn genoeg professionals die graag hun kennis willen delen.

Het meest in het oog springende gevaar zijn grote wilde dieren. Grizzly’s staan met stip op één, gevolgd door zwarte beren en, op afstand: poema’s en wellicht elanden. Ze hebben allemaal hun eigen gebruiksaanwijzing en helaas ook hun onvoorspelbaarheden. Inmiddels kan ik hun gebruiksaanwijzingen dromen, weet ik hoe (en waar) ik mijn eten ’s nachts moet ophangen en heb ik demonstraties gezien van bear spray en van bear bangers (luide ‘rotjes’).

Verdwalen lijkt me geen groot risico. De bergtoppen zijn prima referentiepunten, ik weet hoe ik een kompas moet gebruiken en ik neem twee telefoons (met powerbank) mee met gedetailleerde kaarten van het hele loopgebied. Verder neem ik wat kaarten op papier mee. Ik puzzel nog hoe ik e.e.a. droog houdt, want telefoons en papieren kaarten kunnen beide niet tegen overvloedig water.

Met wat ik ga doen, ben ik niet heel bang voor ‘127 hours’ – scenario’s. Wel kan ik me verstappen of vallen, maar ook daarvoor geldt: ik ga niet klimmen, ik ga hiken. En ik ben best een schijtlijster als het aankomt op hoogtes, dus ik ben van mezelf voorzichtig genoeg. Ik ga alleen bovenop een berg staan waar ik ook weer vanaf durf.

De vlucht was al geboekt ;-)

Ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat het slim is om wat commitment in te bouwen. En dat had ik gedaan. Hee, en dat gedoe met reserveren van campingplaatsen doet niets af aan de schoonheid van de Canadian Rockies. Kortom, verder met de voorbereiding – zien wat er wél mogelijk is.

En wat blijkt? In de provinciale parken in British Columbia mag wél wild gekampeerd worden. En dan zijn er leuke combinaties mogelijk. Zo heb ik voor de eerste nacht de laatst beschikbare plek op het Aster Lake Backcountry Campground (Peter Lougheed Provincial Park) gereserveerd (rechts op het plaatje) en ga ik van daaruit een route lopen die nét in British Columbia eindigt 😉 (bruine route hieronder; de tweede nacht zet ik mijn tentje op in de zwarte ruit).

Op deze manier heb ik de rest van de trip ook gepland. In totaal maar 4 nachten hoeven reserveren, maar wel in drie verschillende parken (en heb dus drie verschillende reserveringssystemen mogen leren doorgronden…). Alle overige nachten bepaal ik lekker zelf waar ik mijn tent opzet.

Backpacking – de confrontatie van het idee met de werkelijkheid

Leuk, zo’n plaatje in je hoofd. Maar dan komt de voorbereiding. Ofwel, de eerste stappen van plan naar uitvoering. Googlen dus. Mijn idee om elke avond ergens een tentje op te zetten, bleek al snel utopisch: dát is niet toegestaan in de nationale parken in Canada of in de provinciale parken in Alberta. Kamperen mag alleen op campings. En in de periode dat ik ga (juli/augustus), moeten campingplaatsen worden gereserveerd. Toen ik dit eenmaal begon door te krijgen, was de lol er voor mij helemaal vanaf. En de reden was niet dat de campings langs de mooiste hikes al helemaal waren volgeboekt (want dat waren ze). Nee, de echte tegenvaller was dat dit niet paste bij het plaatje dat ik in mijn hoofd heb. Ik kan dus niet gaan hiken tot ik moe wordt en dan een tentje opzetten. Of ergens een dag langer blijven omdat de omgeving zo mooi is. Ik zal, elke dag weer, naar de volgende gereserveerde camping moeten gaan. Kortom, mijn vakantie moet strakker worden gepland dan mijn normale leven. En dat wil ik pertinent niet; dat is gewoon geen vakantie. En, wat zeker zo erg is: ik weet helemaal niet welke afstanden ik kan of wil hiken op een dag. Ik heb er immers geen ervaring mee.
Na deze ontdekkingen stopte ik meteen met de voorbereiding van mijn trip.

Backpacking – het idee

Goed, het laatste plan is om te gaan backpacken. Als idee geboren tijdens een spontane, onvoorbereide wandeling naar de sneeuwsgrens van de Snæfellsjökull (IJsland) vorig jaar. Dat smaakte naar meer.

Ik ben niet iemand die zoiets dan eens een dagje gaat proberen. Nee, ik heb een plaatje in mijn hoofd en dat plaatje ga ik verwezenlijken.

“Don’t be afraid to take a big step if one is indicated. You can’t cross a chasm in two small jumps.”
― David Lloyd George

Dat plaatje laat zich omschrijven als: wandelen in adembenemend gebergte, met alles wat ik nodig heb in mijn rugzak. ’s Avonds zet ik ergens mijn tentje op, eet ik wat en kijk ik naar de sterren. ’s Morgens weer vroeg op om opnieuw over bergkammen te lopen. En dit een paar weken achter elkaar. On top of the world, baby!

En het commitment aan mezelf: ik heb meteen een niet-annuleerbaar retourticket gekocht naar Calgary. Het gaan de Canadian Rockies worden.